Onderzoeksrapport Steenhuis (zedenzaken)naar Tweede Kamer gestuurd

Den Haag – Op verzoek van de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie heeft mr. D.W. Steenhuis de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de manier waarop het Openbaar Ministerie (OM) in de periode 1980-2010 is omgegaan met misbruikzaken in de Rooms-katholieke Kerk. Vandaag ontvangt de Tweede Kamer dit onderzoeksrapport. De vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie heeft – mede naar aanleiding van het boek Vrome zondaars van Joep Dohmen – op 18 februari 2011 om dit onderzoek gevraagd.

Steenhuis heeft ruim 2.200 zaken bekeken en zeventien personen – oud-medewerkers van OM en politie – geïnterviewd. Al met al heeft dat vijf zedenzaken tegen RK geestelijken opgeleverd, waarvan er twee ook al in het boek van Dohmen zijn genoemd. Dat er weinig zaken waren, wordt ook in de interviews bevestigd. Het beperkte aantal zaken maakt het moeilijk om in algemene zin uitspraken te doen over hoe het OM in deze periode is omgegaan met misbruikzaken in de RK Kerk. Van afspraken tussen de kerk en het OM om zaken binnenskamers te houden, is op geen enkele wijze gebleken.

Uit efficiency-overwegingen heeft het onderzoek van Steenhuis zich vooralsnog geconcentreerd op de jaren 1980 – 1990. Daarnaast heeft het onderzoek zich geconcentreerd op de vier overwegend katholieke zuidelijke arrondissementen (Breda, Den Bosch, Roermond en Maastricht) en Den Haag en Almelo. De keuze voor het katholieke zuiden en de vroegste periode, bood de meeste kans om zaken tegen RK geestelijken te vinden.

Volgens de onderzoeker is het hoogst onwaarschijnlijk dat in de (nog) niet onderzochte jaren en arrondissementen het aantal RK geestelijken ineens drastisch zou toenemen. Deze opvatting wordt versterkt door het feit dat ook de commissie-Deetman weinig meldingen heeft gekregen over de jaren na 1980.

Dat er zo weinig zaken zijn, kan deels verklaard worden uit de sluiting van internaten en kostscholen die vanaf 1960 op grote schaal plaatsvond. Eerder misbruik vond vaak in deze omgeving plaats. Een tweede verklaring moet gezocht worden in de invloed van de RK Kerk op gelovigen. Eén van de geïnterviewden drukte het als volgt uit: ‘aangifte doen tegen een geestelijke is opstaan tegen de Kerk’. De kerk beschikt bovendien over een eigen tuchtrecht en kan strafmaatregelen opleggen als overplaatsing, schorsing voor een bepaalde periode of ontzetting uit het ambt. Dit sanctiestelsel genoot lange tijd veelal de voorkeur boven justitieel optreden.

Foto – Archief Persbureau Meter