Meer controle’s uitkerings gerechtigden

Den Haag – Uitvoeringsorganisaties krijgen ruimere mogelijkheden voor huisbezoeken bij uitkeringsgerechtigden. Een uitvoeringsorganisatie die niet genoeg informatie heeft om de uitkering vast te stellen, kan een controleur de situatie op het opgegeven adres laten beoordelen. De uitkering van de uitkeringsgerechtigde kan worden verlaagd of gestopt, als de controleur niet binnen wordt gelaten én de informatie ook niet op een andere manier wordt verkregen. Een vermoeden van fraude vooraf is niet meer nodig om bij het weigeren van een huisbezoek een uitkering te verlagen of stop te zetten.

Dit blijkt uit het aangepaste wetsvoorstel huisbezoeken en uit de antwoorden op vragen van de Tweede Kamer, die staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag naar het parlement heeft gestuurd.

Staatssecretaris De Krom: “Uitvoeringsorganisaties als gemeentelijke sociale diensten, UWV en SVB krijgen met dit wetsvoorstel meer armslag om te beoordelen of iemand terecht een uitkering ontvangt. De mogelijkheden om huisbezoeken in te zetten worden -op hun verzoek- vergroot. Dat vind ik terecht. Dit wetsvoorstel past ook in het streven van het kabinet om uitkeringsfraude tegen te gaan.”

In de huidige situatie kan een uitvoeringsorganisatie alleen consequenties verbinden aan de uitkering als iemand een controleur niet binnenlaat én als er een concreet vermoeden is dat mensen frauderen met hun uitkering, door bijvoorbeeld zonder te melden samen te wonen. Straks mogen gemeenten, UWV en de SVB een consequentie verbinden aan de uitkering als zij geen vermoeden van fraude hebben. Dit kan als een uitkeringsgerechtigde niet meewerkt aan een huisbezoek waardoor het onduidelijk blijft waar iemand woont of dat iemand samenwoont.

Als niet is vast te stellen waar iemand woont, dan wordt de uitkering veelal stopgezet. Is niet vast te stellen of iemand alleenstaand is, dan krijgt deze persoon doorgaans een uitkering die de helft is van twee samenwonenden en niet de hogere uitkering voor alleenstaanden. De hoogte van de bijstand of een AOW-uitkering hangt namelijk af van de leefvorm van de uitkeringsgerechtigde. In de WWB (bijstand) krijgt een alleenstaande 70% van minimumloon en iemand die samenwoont 50%.

Het oorspronkelijke wetsvoorstel, dat door het vorige kabinet in 2009 is ingediend, regelde al de gevolgen voor een uitkering bij het niet meewerken aan huisbezoeken. Staatssecretaris De Krom breidt met het aangepast wetsvoorstel de mogelijkheden om het woonadres te controleren verder uit. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2012 in werking treedt.

Foto – Archief Persbureau Meter