Taakstraf voor ernstige delicten vervalt

Den Haag – Rechters kunnen straks meer maatwerk leveren als zij een voorwaardelijke straf opleggen en het openbaar ministerie kan veroordeelden direct aanhouden en insluiten als zij de aan hun straf verbonden bijzondere voorwaarden aan hun laars lappen. Dit blijkt onder meer uit het wetsvoorstel voorwaardelijke sancties van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie waarmee de Eerste Kamer vandaag heeft ingestemd en waarin een lijst met bijzondere voorwaarden is opgenomen met het oog op effectief reclasseringstoezicht.

Het werken met bijzondere voorwaarden gericht op gedragsverandering draagt bij aan het voorkomen van criminaliteit en daarmee aan het verminderen van recidive. Het is onderdeel van het beleid van de bewindslieden om Nederland veiliger te maken.

Een in het vonnis gespecificeerde voorwaarde geeft zowel de veroordeelde als de reclassering duidelijkheid welke voorwaarde moet worden nageleefd en welke verplichtingen daaruit voortvloeien. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het volgen van een gedragstraining en het ondergaan van een (ambulante) behandeling, maar ook de bewegings- en handelingsvrijheid beperkende bijzondere voorwaarden zijn mogelijk, zoals een straatverbod, een contactverbod, meldingsplicht of een alcoholverbod. Voor vermindering van recidive is gedragsverandering noodzakelijk. Een voorwaardelijke straf biedt ruimte voor gedragsverandering, vanwege de proeftijd, die maximaal drie jaar (en in bijzondere omstandigheden maximaal tien jaar) kan duren. Bij overtreding van de voorwaarde grijpt het openbaar ministerie in en belandt de veroordeelde achter de tralies in afwachting van het oordeel van de rechter.

Ook wordt verplicht reclasseringstoezicht op de naleving van bijzondere voorwaarden mogelijk in de periode voorafgaand aan het onherroepelijk worden van de voorwaardelijke straf. Dit is van belang als er risico bestaat voor een nieuw ernstig zeden- of geweldsmisdrijf, maar er geen titel meer is om de betrokkene in voorlopige hechtenis te houden.

Gebiedsverbod

Een tweede wetsvoorstel waarmee de Eerste Kamer akkoord ging, bevat een nieuwe sanctiemogelijkheid voor de rechter. De rechter kan een gebiedsverbod, een contact­verbod of een meldplicht opleggen in alle gevallen waarin hij oordeelt dat een dergelijke gerichte vrijheidsbeperking gewenst is. Hiermee kan worden voorkómen dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich naar bepaalde personen toe zal misdragen. Houdt de veroordeelde zich niet aan de maatregel dan volgt vervangende hechtenis. Ook deze regeling draagt bij aan effectieve rechtspraak en een slagvaardig strafrecht. En daarmee aan een veiliger Nederland.

Taakstraf

Tot slot stemde de Eerste Kamer ermee in dat een taakstraf niet meer kan worden opgelegd voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven. Ook als een veroordeelde binnen vijf jaar nadat hem een taakstraf is opgelegd weer een misdrijf pleegt, kan hij niet opnieuw worden bestraft met een taakstraf. De bescherming van de samenleving en het voorkomen van nieuwe slachtoffers maken toereikende straffen en maatregelen noodzakelijk. Daarom is de taakstraf in de visie van het kabinet alleen een geschikte straf voor lichte strafbare feiten.

Foto – Archief Persbureau Meter