OM eist 4 jaar tegen vrouw die personen ronselde voor Jihad en 3 jaar tegen teruggekeerde Syriëganger

Den Haag – Het Openbaar Ministerie in Den Haag heeft dinsdag 4 november een gevangenisstraf van 4 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 20-jarige vrouw uit Zoetermeer voor het ronselen van 6 personen voor de jihad. Haar medeverdachte een 20-jarige man uit Amsterdam hoorde 3 jaar tegen zich eisen. De man wordt verdacht van opruiing en dat hij voorbereidingshandelingen heeft getroffen om ernstige misdrijven te plegen in Syrië. De man en vrouw zijn islamitisch getrouwd en verbleven van juli/augustus 2013 tot medio januari 2014 in Syrië.

De start van het onderzoek
Onderzoek Context is gestart in april 2013 naar aanleiding van een aantal aangiftes met betrekking tot ronselen voor de gewapende strijd in Syrië. Zo doen de ouders van een minderjarige jongen op 1 april aangifte van vermissing van hun zoon waarna blijkt dat hij naar Syrië is afgereisd. De vrouwelijke verdachte komt in deze zaak naar voren omdat zij islamitisch getrouwd is met de minderjarige jongen.

Nadat zij ook in verband wordt gebracht met een andere minderjarige die geronseld zou zijn, wordt de vrouw aangehouden. Zij is op dat moment in gezelschap van de 20-jarige Amsterdammer, die op dat moment nog geen verdachte in het onderzoek is. De vrouw blijft twee weken in voorlopige hechtenis en is vervolgens in vrijheid gesteld.
Er is op dat moment nog veel onderzoek nodig en er is geen uitzicht op een zittingsdatum.

Kort na de aanhouding reizen de twee verdachten, na elkaar, af naar Syrië. Enkele maanden na hun terugkeer in Nederland wordt de man aangehouden op verdenking van het bevorderen en/of voorbereiden van moord met een terroristisch oogmerk.

De vrouw uit Zoetermeer ontkent net als de Amsterdammer iedere betrokkenheid bij de verdenkingen tegen haar. Maar het OM meent voldoende bewijs te hebben voor het feit dat zij zes personen, waaronder haar eerste en haar tweede echtgenoot, heeft geronseld voor de gewapende strijd met een terroristisch oogmerk. De verdachte was erg actief in het uitdragen van haar gedachtengoed. Volgens meerdere getuigen deed ze dit niet alleen overtuigend, maar ook dwingend. Volgens de vrouw is de jihad voor zowel mannen als voor vrouwen verplicht. Zij verstaat onder Jihad zowel het strijden van de man als de taken van de vrouw. Ze gaf onder meer lezingen over de strijdbare Islam via Skype of Paltalk om anderen geestelijk rijp te maken om zich te voegen bij de gewapende strijd. Daarnaast heeft zij zich naast het ronselen ook schuldig gemaakt aan opruiing tot deelname aan die gewapende Jihadstrijd door het doen van uitingen over de jihad en door het plaatsen van meerdere onverdraagzame en strijdbare films op Twitter.

Uit het politieonderzoek blijkt volgens het OM dat de Amsterdammer voor zijn vertrek naar Syrië op internet diverse websites heeft bezocht met betrekking tot de aanschaf van outdoor kleding en websites met het onderwerp “Jihad”, “Syrië” en “Taliban”. Tevens heeft hij gezocht naar websites met betrekking tot terroristische aanslagen. Ook werden er diverse chats gevonden waarin hij de jihad bespreekt en trof de politie bij zijn aanhouding foto’s van hem aan in strijdgebied met een Kalasjnikov, waarbij hij op één van de foto’s zelfs aan het schieten is. Verder treft het politieteam in zijn telefoon WhatsApp berichten aan waaruit blijkt dat hij diverse gewelddadige filmpjes heeft verspreid en zijn er sms’jes waaruit de inhoud blijkt dat hij heeft deelgenomen aan de gewapende strijd.

Wat betreft het OM is komen vast te staan dat de man voorbereidingshandelingen heeft getroffen met het doel ernstige misdrijven te plegen in Syrië en als onderdeel van die voorbereidingshandelingen heeft deel genomen aan de gewapende strijd. De verklaring van de verdachte dat hij als hulpverlener heeft gewerkt, wordt door verder niets onderbouwd. Het deelnemen aan de gewapende strijd is dus niet het primaire verwijt, maar wel een belangrijk element van wat hem wordt verweten.