Aanpak zeer zwakke scholen werkt goed

Den Haag – Zeer zwakke scholen in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs kunnen sinds het voorjaar van 2010 gebruikmaken van het ondersteuningsaanbod van de zogenoemde Vliegende Brigade. In het voortgezet onderwijs bestaat een vergelijkbare ondersteuningsstructuur, de Taskforce Zeer Zwakke Scholen. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft minister Van Bijsterveldt een eerste evaluatie van de activiteiten van de Vliegende Brigade en de Taskforce Zeer Zwakke Scholen gemaakt. Zij heeft deze quick scan op 1 februari 2012 naar de Kamer gestuurd. Een definitieve evaluatie van de inzet van de Vliegende Brigade volgt in het najaar van 2012.

Alle besturen van de 107 PO-scholen die tussen 1 maart 2009 en 1 augustus 2011 van de inspectie het oordeel ‘zeer zwak’ kregen, zijn benaderd met de vraag of zij van de Vliegende Brigade gebruik wilden maken. In totaal hebben 76 scholen deze ondersteuning door een ervaren onderwijsadviseur aangenomen. Scholen die niet op het aanbod ingingen, waren vaak zelf al bezig met een verbetertraject. De vliegeniers hebben 100 uur beschikbaar voor een school en werken aan de hand van modules. De modules ‘didactisch handelen’ en ‘leerlingvolgsystemen en zorgstructuur’ werden het vaakst ingezet.

Op 35 van de 76 deelnemende scholen was het hulptraject op 1 september 2011 afgerond. De resultaten op deze scholen zijn overwegend positief. De minister spreekt in haar brief van een ‘succesvolle interventie’. Zij complimenteert de betreffende scholen en de ‘vliegeniers’ met het resultaat. Sinds 1 augustus 2011 is de Vliegende Brigade ondergebracht bij het programma ‘Goed worden, goed blijven’ van de PO-Raad.

Aandachtspunten
De inzet van de Vliegende Brigade op 14 scholen is ondertussen geëvalueerd. Op grond van de uitkomsten zijn nog geen harde conclusies te trekken. De eerste indrukken laten zien dat scholen en schoolbesturen soms overvallen worden door het oordeel van de inspectie en dat zij daarna in vrijwel alle gevallen bereid zijn om veel energie te steken in een verbetertraject. De volgende punten springen hierbij in het oog:
De problematiek bij zeer zwakke scholen is buitengewoon divers. Dit betekent dat in alle verbetertrajecten sprake is van maatwerk.
De Vliegende Brigade is bijna altijd een onderdeel van een bredere aanpak van het schoolbestuur.
De rol van de directeur van de school is cruciaal in het verbeterproces.
De borging van de resultaten vraagt aandacht.

Het kabinet wil dat sneller wordt ingegrepen bij scholen waar de onderwijskwaliteit langdurig onder de maat is. Hierover heeft u enige tijd geleden al iets kunnen lezen in de Nieuwsbrief PO. Scholen die zeer zwak dreigen te worden, zullen eerder en steviger worden gewaarschuwd door de inspectie. Als scholen desondanks zeer zwak worden, krijgen zij in de toekomst nog maar één jaar om de kwaliteit op orde te krijgen.

Foto – Archief persbureau Meter